zondag 9 november 2014

Wat is beleving in de sport?

Beleving, daar gaat het om, toch? Er wordt veel over gesproken en geschreven, ook ik doe er vrolijk aan mee, maar wat is beleving nou eigenlijk?

Er zijn drie manieren waarop het begrip beleving wordt gebruikt. Deze verschillende manieren worden soms gecombineerd en hebben met elkaar gemeen dat ze beleving zien als de ervaring door een persoon. Dit aspect van beleving definieert men vaak als het samenspel van waarnemingen, gevoelens, gedachten en gedrag van een persoon. Anders gezegd, dat wat de gebruiker ervaart.

Beleving wordt tegenwoordig vaak gebruikt om een soort van optimale staat uit te drukken. Soms wordt er gesproken over een ‘optimale beleving’. De toevoeging ‘optimale’ wordt soms achterwege gelaten, maar hetzelfde wordt bedoeld.

De inhoudelijke betekenis van ‘beleving als een optimale staat’ is vaak gastvrijheid en/of een ‘wauw-effect’. Door bijvoorbeeld de aankleding van ruimte en mensen, de manier waarop je als gast wordt aangesproken en de dingen die je doet, wordt je als het ware ondergedompeld in bewust ontworpen sfeer; ‘een beleving’.

Voorbeelden hiervan zijn, is een organisatie als bijvoorbeeld "Fleet-Nederland", musicals als Soldaat van Oranje of de extreme sportwedstrijden van het Aangepast Badminton.

Vaak wordt ‘beleving als een optimale staat’ gecombineerd met het idee dat het totaal aan ervaringen bepaalt wat iemand ergens van vindt. Het doel is dat iemand achteraf van bijvoorbeeld een evenement zegt; “wat een beleving!” Dit totaal aan ervaringen wordt soms ook wel eens de ‘totaalbeleving’ genoemd.

Tot slot is er nog een meer wetenschappelijke gebruik van het begrip beleving. Beleving is hierbij niet een optimale staat, maar iets wat altijd aanwezig is. Het is een ervaring van een persoon en verandert per situatie en tijdstip en is dus niet per se gericht op een totaalbeeld.

Als men het over beleving heeft, dan hebben zij het meestal over de neutrale vorm van beleving (de 3e vorm); hoe iemand een gebeurtenis op dat moment ervaart. Uiteraard heeft die beleving consequenties voor de totale beleving (en wat iemand achteraf ergens over zegt) en of dit leidt tot een optimale beleving, maar dat is niet wat men per se bedoelt met beleving.

Dan zijn er nog ‘speciale vormen’ van beleving, waarbij er expliciet een bepaald perspectief wordt gekozen. Klantbeleving focust op hoe een klant een gebeurtenis of een serviceproces beleefd. Wachtbeleving gaat weer in op hoe het de ervaring van wachten door wachtende mensen wordt beleefd. Deze specifieke vormen van beleving kiezen niet per se voor de ene of andere benadering van beleving, hoewel het doel vaak wel het behalen van een optimale beleving is.

Je zou kunnen zeggen dat ‘beleving als optimale staat’ een definitie is die stelt dat je een positieve staat moet willen bereiken. ‘Beleving als ervaring’ is meer neutraal gedefinieerd, deze kan zowel positief als negatief zijn. Dit onderscheid is belangrijk omdat er soms legitieme redenen kunnen zijn om een ‘negatieve beleving’ te creëren.

Denk maar eens aan een café waar ineens het licht aangaat als de tent gaat sluiten. De ‘nare’ verlichting is puur bedoeld om mensen het pand te doen laten verlaten (wat een legitieme reden is bekeken vanuit het perspectief van de uitbater).

Bij ‘beleving als totaal beeld’ gaat het om een geheel evenement of een serie aan gebeurtenissen, terwijl ‘beleving als ervaring’ focust op een specifiek moment.

Welke term van beleving je ook kiest, ze hebben allen gemeen dat het gaat om de ervaring van een persoon. Dit kan bijvoorbeeld een klant, een sporter of een bezoeker zijn.







Bron: Blog omgevingspsycholoog

Geen opmerkingen:

Een reactie posten